Pandrecht
De meeste ondernemers hebben bij een bank een lening afgesloten om hun bedrijf op te starten, te investeren of de exploitatie gaande te houden. Elke ondernemer die een dergelijke lening heeft afgesloten, weet dat de bank dat niet zomaar doet: de lening moet natuurlijk wel op enig moment worden terugbetaald en tot die tijd moet er rente over de lening worden betaald.
Banken nemen echter geen genoegen met de mooie blauwe ogen van de ondernemer en zijn toezegging dat hij netjes iedere euro zal terugbetalen. Nee, de bank verlangt meer zekerheid dan dat. Deze zekerheid kan de bank op verschillende manieren krijgen. Zo moet vaak de ondernemer privé meetekenen voor een lening voor zijn bedrijf en bijna altijd moet de onderneming zogenaamde zekerheidsrechten verstrekken. Dat zijn wettelijk geregelde vormen van zekerheid ten behoeve van de bank. De twee belangrijkste daarvan zijn het pandrecht en het hypotheekrecht.
De bekendste vorm van zekerheid: het hypotheekrecht
Het hypotheekrecht is bij de meeste mensen wel bekend. Als je geld leent (bijvoorbeeld om een huis of bedrijfspand te kopen) geef je zekerheid dat je de lening daadwerkelijk terugbetaald in de vorm van een hypotheekrecht. Mocht later blijken dat je niet in staat bent om de bank terug te betalen, dan heeft de bank het wettelijk recht het huis of het bedrijfspand -waarop je het hypotheekrecht hebt gevestigd ten gunste van de bank- gedwongen te verkopen, dus ook zonder je medewerking. Uit de opbrengst van deze executieverkoop mag de bank het resterende bedrag dan de lening, vermeerderd met rente en kosten, aan zichzelf betalen.
Wat is een pandrecht?
Waar het hypotheekrecht alleen geldt voor zogenaamde registergoederen, zoals woningen en bedrijfsgebouwen, grote schepen en vliegtuigen, kan ook op andere zaken en rechten zekerheid worden gevestigd. Vaak neemt de bank tenslotte geen genoegen met een hypotheekrecht alleen of kan er geen hypotheekrecht worden gevestigd, maar wil de bank ook zekerheid hebben vanuit andere verhaalsobjecten die voldoende waarde hebben. Denk daarbij aan machines, voorraden en handelsvorderingen op klanten van de onderneming. Deze vormen van zekerheidsrechten heten pandrechten.
Vestigen van een pandrecht
Het vestigen van pandrechten gebeurt op verschillende manieren. Wellicht ken je nog de verhalen van vroeger over oude pandjeshuizen of tegenwoordig op televisie in programma’s als Hardcore Pawn. Hierbij lenen mensen geld en leveren zij spullen, zoals hun horloge of auto, in als zekerheid voor terugbetaling. Zodra zij de lening terugbetalen, krijgen ze hun horloge of auto weer terug. Als ze niet terugbetalen, mogen de pandjeshuizen het horloge of auto verkopen om zo hun geld terug te krijgen.
Deze vorm van pandrecht, het vuistpandrecht, bestaat nog steeds in Nederland. Als je een onderneming hebt, is deze vorm van pandrecht echter niet te doen. Je kunt tenslotte niet je machinepark als zekerheid aan de bank geven, omdat je dat machinepark juist nodig hebt om je onderneming te runnen. En ook de bank zit niet te wachten op machines of andere spullen van hun klanten. Daar hebben ze de ruimte niet voor.
Bezitloos pandrecht
Als oplossing hiervoor werken banken met het zogenaamde bezitloze pandrechten. Hier blijven de zaken van de ondernemer gewoon in het bedrijf, maar heeft de bank desondanks een pandrecht op deze zaken. Dit pandrecht wordt echter gevestigd door een notariële akte of door een schriftelijke overeenkomst tussen geldlener en de financier die vervolgens bij een speciale afdeling van de belastingdienst wordt geregistreerd. Zo’n geregistreerde onderhandse akte, zoals dat stuk heet, is herkenbaar aan een klein wit stickertje met een datum, een nummer en een paraaf van de belastingdienst, op de laatste pagina van de pandakte. Ook dan is er sprake van een rechtsgeldig pandrecht.
Openbaar pandrecht
Als je vorderingen op anderen hebt, bijvoorbeeld op jouw opdrachtgevers of jouw klanten, dan kan je die vorderingen ook verpanden aan de bank. Dit kan met een ‘openbaar pandrecht’, waarbij jij of de bank aan de betreffende debiteuren meedeelt dat ze voortaan niet aan jou, maar aan de bank als pandhouder moeten betalen.
Stil pandrecht
Omdat het vaak als onwenselijk wordt ervaren om jouw klanten te laten zien dat je een financiering bij de bank hebt, kan dit pandrecht ook zogenaamd ‘stil’ worden gevestigd. Dit stille pandrecht wordt ook gevestigd met een notariële akte of met een geregistreerde onderhandse akte. Zodra jouw debiteur heeft betaald, heeft de bank niets meer aan die vordering als zekerheid. Immers, als het goed is betalen al jouw debiteuren. Nieuwe vorderingen vallen niet zomaar onder de al bestaande pandovereenkomst. De bank zal die nieuwe vorderingen echter wel ook als zekerheid willen hebben. Dit wordt in de praktijk opgelost door periodiek, bijvoorbeeld maandelijks, nieuwe vorderingen op een lijst te zetten waarna die lijst ook telkens weer wordt geregistreerd bij de belastingdienst. In dat geval vallen ze ook onder de oude pandovereenkomst. Bij het aangaan van de financiering kan het ook zo zijn dat je de bank hebt gemachtigd om ten behoeve van zichzelf alle nieuwe vorderingen aan de bank te verpanden. Alle banken maken gebruik van alle machtigingen van hun klanten door dagelijks een akte te laten registreren bij de belastingdienst, waardoor alle vorderingen van alle klanten bij de bank dagelijks aan de bank worden verpand.
Het financieringsproces: verloopt alles op de juiste wijze?
Besef dat pandrechten en hypotheekrechten niet alleen voor banken gelden. Iedereen die een ander financiert kan als zekerheid pandrechten of hypotheekrechten verlangen. Het is echter essentieel dat het vestigen van zo’n pand- of hypotheekrecht op de wettelijk juiste wijze gebeurt. Is het niet op de juiste wijze gevestigd, dan is er geen pand of hypotheek en sta je als financier met lege handen.
Zit je in een financieringsproces, als financier of als geldlener, controleer dus goed of een en ander op de juiste wijze verloopt. Laat je goed informeren wat een pand- of hypotheekrecht voor jou betekent. Wees goed bewust van de voordelen (hiermee krijg je een financiering of krijg je juist zekerheid op terugbetaling) en risico’s (de pand- of hypotheekhouder kan tegen je wil jouw zaken verkopen). En word je geconfronteerd met een schuldeiser zoals een bank die met executie dreigt, neem dan direct contact op met één van onze specialisten.
Neem contact met ons op